“Alma, the book: a meeting with Cuban ambiance, life and people” – met die tekst wordt het fotoboek ALMA afgesloten. Op die pagina staat erboven in grote letters “ALMA: SOUL, SPIRIT, LIFEBLOOD”. En de tegenpagina daarvan toont een kleine foto van een schoolmeisje van rond de negen jaar. Ze draagt een halsdoekje, emblematisch voor het communistische onderwijssysteem. Een blauwe, daar begin je mee, en als je ouder wordt, dan krijg je een rode halsdoek: het verbindende element met schoolgenoten en met de grote maatschappij. Het meisje heeft een serieuze uitstraling. Terecht, want ze wordt zomaar door een niet-Cubaan gefotografeerd. Maar haar gezicht trekt ze zo alsof ze een knipoog geeft, als een schalkse groet aan een voorbij verleden, zonder dat ze zich daarvan bewust is.
Een fotografieproject in Cuba (zoals het project dat tot ALMA leidde) is voor een fotograaf een bijzondere onderneming. Niet omdat de kleuren, het licht, het stilstaan van de tijd op zich al een ambiance bieden waarin elke foto als ‘gelukt’ kan overkomen, maar doordat je gefascineerd wordt door een sfeer die moeilijk te beschrijven is. Iets van onbedorvenheid gemengd met hoop en trots. Een ontmoeting die – in een foto vastgelegd – wellicht de dragelijke lichtheid van het bestaan tot uitdrukking kan brengen, ook al betreft het een confrontatie met iemand die binnen een maatschappelijk keurslijf op een plafond stuit dat wij in het ‘vrije westen’ niet kennen.
Als de fotograaf zich openstelt voor zo’n confrontatie en ontmoeting, kan hij al snel een intimiteit ontwikkelen met de Cubanen die hij fotografeert maar vooral ook met de omgeving om hem heen. In die setting werd Peter Nicolaï uitgedaagd om ‘de ziel’ van de mensen en de omgeving die hij aantrof, in beeld te brengen. Bij het maken van de foto’s voor ALMA ontstond in het verlengde daarvan een wens om bij wijze van spreken in de foto een podium te scheppen dat door de kijker kan worden betreden, als was hij uitgenodigd om deel te hebben aan die ontmoeting en een verbinding aan te gaan met de personen die zich lieten fotograferen. Als ALMA die verbinding tot stand weet te brengen, is zijn Cuba-project geslaagd.
Er is bewust geprobeerd om geen ‘plaatjes’ te tonen, hoe zeer ook mooie, betekenisvolle, overrompelende of beklemmende foto’s daar in Cuba konden worden geschoten. Zo wordt voorkomen dat de kijker alleen maar verleid wordt om beelden die ‘klaar’ en ‘af’ zijn, tot zich te nemen. Als het goed is, wordt degene die ALMA bekijkt juist uitgenodigd om het ‘Cubaanse decor’ binnen te stappen, om er zich thuis te voelen of om een verbinding aan te gaan met de gefotografeerde persoon die je aankijkt (er is maar een enkele persoon die je niet aankijkt in de portretserie ….).
In dat licht is ALMA een kijk-experiment voor de fotoboeken-liefhebber die eraan gewend is dat het beeld naar je toekomt. ALMA vraagt je om toenadering, om het boek binnen te gaan, om je open te stellen voor de ziel van Cuba en van de Cubanen.
Wie op het menu klikt, vindt niet alleen een beeld van het boek, van de portretten en landschappen, maar ook een interview waarin door Peter Nicolaï op het boek, de foto’s en de rol van de ontwerper en beeldbewerker wordt ingegaan.